Eén van die dingen waar je aan moet denken bij de aanschaf van een kat of hond zijn chippen en inenten. Honden moet verplicht worden gechipt, bij katten is dit (nog) niet verplicht. De voornaamste reden waarom dat dit nog niet verplicht is, is dat malafide handel in de fokkerij zich veel meer in de hondenwereld afspeelt. Inenten is zowel bij honden als bij katten niet verplicht, tenzij je ze meeneemt naar het buitenland.
Sinds april 2013 is het voor hondeneigenaren verplicht om een hond binnen 7 weken na geboorte te chippen. De twee voornaamste redenen om je hond (en kat) te laten chippen is de malafide handel en vermissing. Een goeie reden om je kat te laten chippen is om te voorkomen dat alle buurkatten door jouw kattenluik je huis in komen. Je kunt namelijk een kattenluik aanschaffen dat alleen opengaat voor specifieke chipnummers. Zo weet je zeker dat niemand in jouw huis komt behalve jouw eigen kat. Daarnaast kan een chip handig zijn als je kat op dieet is. Er zijn tegenwoordig voerbakken die chipnummers registeren en op basis hiervan voer verstrekken. Zo kun je je kat gedoseerd laten eten, zelfs wanneer jij niet thuis bent!
Ook als je kat niet buiten komt is een chip aan te raden. Mocht je kat door het badkamerraam of op een andere manier ontsnappen, dan is de kans een stuk groter dat hij weer veilig en wel bij jou terugkomt. Katten die nooit buiten komen zullen namelijk erg angstig zijn en uit paniek wegschieten en weten bovendien de weg naar huis niet (in tegenstelling tot een buitenkat).
Je kunt zowel je hond als je kat bij de dierenarts laten chippen. De chip wordt geplaatst met behulp van een injectienaald. Het klinkt eng (en het ziet er ook wel intimiderend uit), maar het hoort geen pijn te doen. Je kunt het vergelijken met bloedprikken. Het doet geen pijn, maar leuk is anders. Wil je nog meer over chippen weten, kijk dan eens op chipjedier.nl.
Bij vermissing kan de vinder je dier weer aan jou teruggeven. Het is dan wel belangrijk dat je je hond of kat hebt geregistreerd bij de NDG (Stichting Nederlandse Databank Gezelschapsdieren). Hier kun je je NAW-gegevens, zoals naam, adres en telefoonnummer achterlaten en koppelen aan de chip van je huisdier, zodat degene die je dier vindt jou gemakkelijk kan vinden.
Het is niet alleen van belang dat je je hond of kat chipt, het is ook van belang dat je ervoor zorgt dat de gegevens van je dier up-to-date blijven, om te voorkomen dat de vinder naar een oud adres rijdt of een verkeerd telefoonnummer belt. Op www.chipnummer.nl kun je controleren of het chipnummer van uw huisdier en de bijbehorende registratie nog klopt.
Inenten is nodig om enge ziektes buiten de deur te houden. Honden moeten worden ingeënt tegen de volgende ziektes:
Een inenting tegen al deze ziektes noemen ze 'de grote cocktail'. Op een leeftijd van 6 en 9 jaar oud moet een hond geënt worden tegen parvo en hondenziekte. Op een leeftijd van 12 weken oud moet een hond worden ingeënt tegen parvo, hondenziekte, Weil en HCC. Wanneer de hond een jaar oud is moet hij tegen al deze ziektes ingeënt worden. Vervolgens zou je deze inenting elke drie jaar moeten herhalen. De inenting tegen Weil en kennelhoest is een half jaar werkzaam, dus deze zou minimaal één keer per jaar herhaald moeten worden.
Wat katten betreft is het iets makkelijker. Katten hoeven maar tegen twee ziektes ingeënt te worden. Kattenziekte en niesziekte. Een kat moet tussen de 8 en 9 weken na de geboorte voor het eerst ingeënt worden, tegen beide ziektes. Deze inenting moet op een leeftijd van 12 weken herhaald worden, daarna nog eenmaal wanneer de kat een jaar oud is. Hierna moet de inenting tegen de niesziekte jaarlijks herhaald worden. De vaccinatie tegen de kattenziekte is 3 jaar werkzaam, dus hoeft de kat hiertegen slechts één keer per 3 jaar ingeënt te worden.
Inenten kun je ook gewoon bij de dierenarts laten doen. Het is fijn dat alle gegevens van het chippen en inenten in het dierenpaspoort genoteerd kunnen worden, zo kun je het altijd bijhouden en zorgen dat je huisdier optimaal beschermd is.